zondag 14 april 2019

118. Fabel - De vissende kraanvogel (2019)

EEN KRAANVOGEL had een vis gestolen uit het meer van de keizer. Het was alleen de mens toegestaan daar vis te vangen. Plots klonk een stem uit de wolken (maar er was niets te zien): 'Toon mij uw handen'. Hoe vurig wenste de kraanvogel nu handen te bezitten! En zie! Hij bezat handen! Hij was een mens! 'Wat glanst daar in uw hand?', vroeg de stem. 'Heer, het is de knop van mijn wandelstok', zei de kraanvogel. Nu, dat was een leugen, want het was het oog van de vis. 'Gij mag de vis behouden, omdat gij handen hebt, maar ge zult nooit meer vleugels krijgen, omdat gij gelogen hebt!', sprak de stem.  En spoedig daarna stierf de kraanvogel van verdriet, omdat hij niet meer vliegen kon.

Ook in het fabelland Orange Pekoe worden fabels geschreven. Het is is naturlijk vreemd, dat in een land, dat zèlf een fabelland is, ook fabels worden verteld: dat zijn dus fabels in een fabel — maar o.k. wie zit daarmee? Wellicht ook komen ze allemaal uit de koker van de mystificator Rudolf Urquell, de archivaris van OP.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten